Interesse voor de luchtvaart was voor Ton van Andel (1931) een belangrijke overweging om dienst te nemen bij de Koninklijke Luchtmacht (Klu). Hij begon daar in 1949 als vliegtuiginstrumentmaker. Begin jaren zestig studeerde hij elektrotechniek aan de HTS te Haarlem. Na voltooiing van die studie volgde benoeming tot officier met als specialisatie vliegtuigelektronica (avionica).
Naast de luchtvaart was tekenen zijn grote hobby, daartoe geïnspireerd door zijn vader, die zelf een getalenteerde figuur- en portrettekenaar was. Aanvankelijk probeerde hij op dat gebied zijn vader te imiteren, maar dat lukte niet zo best. Dat tekenen ging nog wel, maar hij had veel moeite met het vinden van de juiste verhoudingen. Proportieleer was niet zijn sterkste kant. Als hij weer eens een poppetje had getekend dan volgde prompt de kritiek van pa; “Die benen zijn te lang, dat hoofd is te breed en de mondhoeken staan te dicht bij de oren. Het lijkt wel een karikatuur!” Dat soort opmerkingen bracht hem op een idee. Hij besloot zich te beperken tot het tekenen van rare figuurtjes met vreemde gezichten, waarbij het juist de bedoeling was om de draak te steken met de beginselen van de proportieleer.
Naast zijn werk als luchtvaarttechnicus is dat tekenen in zijn leven een steeds belangrijker rol gaan spelen. Op die vaardigheid werd regelmatig een beroep gedaan. Vrienden en collega’s wisten hem te vinden voor het tekenen van menukaarten, geboortekaartjes, oorkonden, spotprenten, enzovoort.
In de zeventiger jaren tekende hij maandelijks een cartoon voor de Peeljager, het onderdeelsblad van de Vliegbasis Volkel. Daarin werd de spot gedreven met de maatschappij-kritische ontwikkelingen die in die tijd tot diep in de krijgsmacht waren doorgedrongen. Niet zonder risico, want kritiek op de gang van zaken in de krijgsmacht werd in die tijd van hogerhand niet altijd gewaardeerd.
Desondanks, of misschien juist dankzij die cartoons nam zijn bekendheid toe. Andere bladen, waaronder de Vliegende Hollander, het personeelsblad van de Luchtmacht, namen zijn Peeljager tekeningen regelmatig over.
In 1976 werd hem gevraagd om voor de afdeling Vlieg- en Bedrijfsveiligheid van de Klu een kalender te maken waarin met behulp van cartoons de veiligheidsboodschap op een ludieke manier kon worden gepresenteerd. De eerste kalender verscheen in 1977. Inmiddels is de kalender een niet meer weg te denken verschijnsel in de Klu. De kalender van 2014 is de 38e in een onafgebroken reeks. Het is inmiddels een collectors item geworden, die – ook buiten de KLu – bekendheid geniet. Ook andere bedrijven vinden het een goed idee om op die manier de veiligheidsboodschap op een leuke en goed gedoseerde manier uit te dragen. Soortgelijke kalenders maakt(e) hij voor o.a. Texaco, Otis, NAM, Vaco en Gaz De France.
In 1982 kwam hij in contact met Martin Leeuwis, toentertijd jachtvlieger bij de Klu. Naast zijn vliegerbestaan dreef hij een handel in allerlei luchtvaartartikelen. Bovendien was hij Europees vertegenwoordiger van de boeken van de Amerikaanse luchtvaartcartoonist Bob Stevens. De verkoop van die boeken liep zo goed dat hij op het idee kwam om zelf dergelijke boekjes te gaan produceren en te verkopen. Zo ontstond Martin Leeuwis Publications en begon een tot de dag van vandaag vruchtbare samenwerking. Martin verzamelde luchtvaartanekdotes en Ton tekende cartoons. Het eerste boekje verscheen in 1982 onder de titel ‘Say Again’. Het werd een groot succes. Het wordt nog steeds gevraagd en het beleeft thans de 10e druk. De boekjes zijn in de Engelse taal, de taal van de luchtvaart en worden in eigen beheer samengesteld, geproduceerd en uitgegeven. In luchtvaarttijdschriften over de hele wereld verschenen lovende recensies.
Als Luchtmachtman is Ton al jaren gepensioneerd. De tekenaar Ton heeft het echter drukker dan ooit. ‘Ik werk nog harder dan toen ik nog werkte’, verzuchtte hij wel eens. Als ondernemer/eigenaar van vanan DEL Studio werkt hij voor opdrachtgevers uit binnen- en buitenland.
Ook Martin Leeuwis heeft de Klu verlaten. Hij vloog tot medio 2010 bij de KLM als captain op de 737.
Ton werkt veel met de computer. Hij maakt zijn tekeningen in eerste opzet met potlood, penseel en viltstift op papier. Dikwijls zijn dat alleen de losse componenten van de tekening. Vervolgens worden ze m.b.v. een scanner gedigitaliseerd. Op de computer wordt de compositie gemaakt, het werk gerasterd, eventueel ingekleurd, waar mogelijk gecombineerd met foto’s en van teksten voorzien.
Ton van Andel is voorjaar 2017 overleden.